Geschiedenis

Klein Antwerpen in 1854

De naam “Klein Antwerpen”: een buurtschap of een wijk?

Een buurtschap wordt meestal wel op landkaarten aangegeven maar is niet in de staatkundige annalen opgenomen. Het is vaak in de volksmond ontstaan, als benaming van de locatie van een vroegere nederzetting in een van de vrije gebieden of ‘heringen’.
Soms groeide een boerderij uit tot een buurtschap of een gehucht, heel soms werd het ook een dorp of een stad.
Een buurtschap kan ook vrij groot zijn geworden en wordt dan bestempeld als een woonwijk van die andere grotere woonplaats waar het tegen ligt.

Klein Antwerpen, de woonwijk naast het Grote Antwerpen…

Zo kan het natuurlijk best.

Het kloppende hart van Klein Antwerpen is vast de Lange Leemstraat.
Als we de geschiedenis van onze wijk bekijken, zullen we in oude boeken kunnen lezen dat de naam Leemstraat ongetwijfeld te maken heeft met de bodemgesteldheid van dit gedeelte van Antwerpen.
Al in een akte van 8 januari 1432 is er sprake van een “Leemstraetken” en op de plattegrond van ene Verbiest in 1678 staat een gedeelte van de huidige Lange Leemstraat afgebeeld als “straet naar Lantaernhof”.
Op de kaart van Stijven uit 1758 wordt die dan weer aangeduid als “baene van Antwerpen naar de Gitschotel” (Berchem)…en in de atlas De Ryck van 1812 krijgen we zelfs twee benamingen! Vanaf de Hemelstraat (genoemd naar een toenmalige afspanning “De Hemel”) tot aan het “voormalige gehucht Cleyn Antwerpen” heet de straat “Chemin du Petit Anvers” en verder ook “chemin d’argile”.
Onder de Belgische regering, na de geboorte van ons land in 1830, werd het kadaster herzien en werden er nieuwe plannen opgemaakt. In alle gemeenten werden de bestaande straten en voetwegen opgemeten en geboekt. Zo kunnen we dan in een verslag uit 1844 van politiecommissaris Gruwé lezen over een “Cleyn Antwerpsche straet”.
Het gehucht Cleyn Antwerpen was ongeveer gelegen waar nu onze wijk gesitueerd is.
Vandaar onze naam.

We lezen nog over veel vroeger.

In een oorkondeboek van de Sint Michielsabdij uit 1146 wordt een “platea de haringcrode” vermeld. Dat gehucht zou zo een 75 ha groot zijn en landbouwgebied. Het was gelegen op het tracé van een groot gedeelte van de heel oude landweg die nu Lange Leemstraat heet.
Er is ook sprake van pachthoeven waar we nu de Isabellalei, Conciencestraat en Breughelstraat hebben.
We lezen dat de eerste Antwerpse stadsvergroting dateert van 1201-1216, waarna er nog verschillende volgen (een opsomming bespaar ik u). In 1298 startte men met de aanbouw van de stadsvesten, met de monumentale Sint Jorispoort, ook Keizerspoort geheten, als kroon op het werk in 1543.
Het is toen ook dat men de omgeving van de ommuurde stad ging slopen en platbranden om het zicht te kunnen behouden op vijandelijke troepen en bewegingen.
En er is nog veel meer.
In de “Geschiedenis van Berchem” door J.B.Stockmans in 1886 geschreven werden, onrechtstreeks weliswaar, onze contreien vernoemd. Daar spreekt men over de Lange Leemstraat als een “zeer oude straet welke eene verbinding daarstelde tussen Berchem en Antwerpen”.
Toen al (elders lezen we 1320) was de Mechelsche baen, nu Mechelsesteenweg, gekasseid…als enige straat buiten de stadskom.
De bloeitijd van de grote stad Antwerpen was ook die van het dorp Berchem. In de eerste
helft van de 16e eeuw werden op beide plaatsen verschillende stielen en nijverheden uitgeoefend en werden houten huizen aangevuld en vervangen door mooiere stenen gebouwen. De tweede helft van diezelfde eeuw was dan weer noodlottig voor het ganse land.
Het was de tijd van de godsdiensttwisten, de tijd ook van de beeldenstormers, van plunderende Spaanse en andere soldaten.
Na de grote beeldenstorm van 1566 kwam de ramp van 1585.
Op bevel van de staatsmacht die Antwerpen in zijn greep had moest de ganse omtrek van die grote stad worden platgebrand. Men wilde een aanrukkend Spaans leger beletten hier zijn soldaten onder dak te brengen. Tot aan het dorp Berchem lag alles hier dus doods en leeg… en het bleef vast nog heel lang zo.
Het is pas in de 18e eeuw dat Berchem zich oprichtte en weer de allures van een bloeiende gemeenschap kreeg. Het handelsverkeer tussen de stad en het dorp kreeg verse impulsen en dat zal hoogstwaarschijnlijk een positieve invloed gehad hebben op de omgeving van die grote landweg die we nu Lange Leemstraat noemen.

Op internet en in de bibliotheek vinden we nog.

In 1779 wordt de stenen grenspaal tussen Antwerpen en Berchem vernieuwd. Deze “Hand”, zo genoemd naar het erop aangebrachte stadsembleem, verving het vorige uit 1581.
En sinds begin 1797, door de Franse overheersing onder Napoleon, kregen we de eerste officiële straatnamen.
De Herentalse vaart, de veel eerder gegraven waterloop ten behoeve van de watervoorziening van Antwerpen werd overwelfd vanaf wat we nu Borgerhout noemen richting Koekestad toe.
Wanneer men op 4 oktober 1864 met de afbraak van de stadsmuren, de Spaanse Vesten, begon maakte men ook de eerste plannen voor het oprichten van een publieke wandelplaats die het Stadspark zou worden met een aftakking van de vaart voor de vijver en de bomen.

In die periode verrees ook de monumentale Sint Jozefkerk buiten de oude stad en opende men er een brede tussenweg naartoe vanaf de Mechelsche baen. De omliggende landerijen maakten stilaan plaats voor mooie herenhuizen en neringen. Rijke stadslieden en kunstenaars kwamen hier wonen.
Zo liet de toen reeds bekende beeldhouwer De Cuyper zijn “Cuypershof” bouwen, wat dan weer in 1928 afgebroken werd om plaats te maken voor het appartementsgebouw aan ons “Pleintje van de Verdraagzaamheid”(een van de eerste ‘wolkenkrabbers’).
In 1922 openden de Zusters van Liefde een kliniek in de gebouwen die oorspronkelijk behoorden tot de orde van de Broeders van Liefde die Sint Vincentius à Paulo als beschermheilige hadden. Dit kleine gasthuis groeide vrij snel uit tot het ziekenhuis wat wij nu kennen als “Sint Vincentius”.
Om binnendoor van de kliniek naar de Mechelsesteenweg te lopen, komt men op onbekend terrein en merkt men dat er zelfs in een moderne wijk nog zandwegeltjes kunnen zijn.

Bij de Duitse bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog (1940-1945) werd een groot gedeelte van onze wijk gebombardeerd, wat een heuse kaalslag met zich meebracht. Gelukkig zijn er toch nog verschillende mooie 19e eeuwse gebouwen overeind gebleven en worden ze, hopelijk allemaal, met verstand en liefde gerestaureerd.
Op de pagina “Wijkstraten” vindt u foto’s met de situatie van de Sint-Jozefstraat na de bombardementen.

Marleen Gijsel

Wikipedia heeft ook een lemma over Klein Antwerpen. Klik hier.

“Gezicht op Antwerpen”
Jan Wildens, 1636
Collectie: Rijksmuseum, Amsterdam
Dit is een zicht vanuit Klein Anwerpen naar de Stad.
Links de Mechelsesteenweg, rechts de Lange Leemstraat.

Print pagePDF pageEmail page